ECLI:NL:RBDHA:2023:9880

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
NL22.19232
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig reageren op verzoek tot besluitvorming over machtiging voorlopig verblijf

Op 30 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C.N. Noordzee, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging voorlopig verblijf, maar verweerder heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres heeft op 17 maart 2022 bezwaar gemaakt, en na een verlenging van de beslistermijn heeft zij verweerder op 23 augustus 2022 in gebreke gesteld. Ondanks een afwijzend besluit van verweerder op 22 november 2022, heeft eiseres niet gereageerd op de verzoeken van de rechtbank om haar standpunt kenbaar te maken. Hierdoor heeft de rechtbank geen gronden ontvangen om het beroep verder te behandelen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet binnen de gestelde termijnen heeft gereageerd op de verzoeken van de rechtbank. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, aangezien dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, en mr. J.M.T. Zoon, griffier, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.19232
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. C.N. Noordzee) en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.1
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld.2 Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.3
Is het beroep ontvankelijk en gegrond?
3. Eiseres heeft op 17 maart 2022 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging voorlopig verblijf voor het verblijfsdoel ‘toegang en verblijf’. Verweerder moet uiterlijk binnen zes weken een beslissing op bezwaar nemen. Verweerder heeft de beslistermijn met 6 weken verlengd.4 Dit is gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.5 Eiseres heeft verweerder op 23 augustus 2022, door verweerder ontvangen op 24 augustus 2022, in gebreke gesteld. Dit is na het verstrijken van de beslistermijn. Ook heeft eiseres meer dan twee weken na de
1. Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3 Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4 Op grond van artikel 7:10, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
5 Dit staat in artikel 76, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
ingebrekestelling beroep in gesteld.
4. Op 22 november 2022 heeft verweerder alsnog een afwijzend besluit genomen. De rechtbank heeft eiseres op 25 november 2022 gevraagd te reageren op het besluit van verweerder. In deze brief is vermeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als eiseres niet binnen twee weken reageert. Eiseres heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Op 13 december 2022 heeft de rechtbank eiseres opnieuw verzocht om binnen twee weken te reageren. Eiseres heeft niet gereageerd op dit verzoek. Nu er geen gronden zijn ingediend ziet de rechtbank aanleiding om het beroep niet verder te behandelen.
5. De rechtbank verklaart het beroep daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van mr. J.M.T. Zoon, griffier.
30 juni 2023
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep of in verzet.