ECLI:NL:RBDHA:2023:9862
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit gebeurde op basis van de stelling dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, conform de Dublin-regeling. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 8 juni 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.13707). Tijdens de zitting was de verzoeker vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. F.S. Boedhoe, terwijl de verweerder, de Staatssecretaris, werd vertegenwoordigd door mr. S. Aboulouafa. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep of verzet open, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.