ECLI:NL:RBDHA:2023:9830
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Frankrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.G. Grigorjan, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Talsma, niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk als verantwoordelijk land voor de behandeling van de asielaanvraag werd aangemerkt.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 27 juni 2023, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, N.S. Priskani. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening in samenhang met een andere zaak (NL23.16498) behandeld.
In de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak is besloten dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, waardoor de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening heeft afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 juli 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.