Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker], met producties 1-11;
- het verweerschrift van Unigarant dat ook een tegenverzoek bevat, met producties 1-5;
- de e-mail namens Unigarant van 11 april 2023, met bijlage (rapport MVOA).
- [verzoeker] in persoon, vergezeld van zijn echtgenote en [Naam 1] (zijn voormalig belangenbehartiger in deze kwestie) en bijgestaan door mr. Hovinga voornoemd;
- namens Unigarant: [Naam 2] (dossierbehandelaar Unigarant), bijgestaan door mr. Markvoort voornoemd.
2.Wat is er gebeurd?
1[[bestuurder auto], rechtbank]
reed over de Lindenlaan, komende uit de richting van de Middelweg. Gekomen ter hoogte van de kruising met de N271, verleende 1 geen voorrang aan de voor 1 van links komende en over de voorrangsweg rijdende 2[[verzoeker], rechtbank].
Met welke snelheid werd gereden?” voor [verzoeker] beantwoord met “
?”. De vraag “
Wie is naar uw mening aansprakelijk? Waarom meent u dat?is niet beantwoord.
2. Onderzoek op plaats ongeval[…]
Middels gebruikmaking van de formule voor snelheidsberekening bleek dat de bestuurder van de betrokken motorfietsminimaalhad gereden met een snelheid van circa18,3 m/s ≈ 66 km/ubij de aanvang van het remblokkeerspoor.
Hieruit volgt dat degemiddelde indicatievesnelheid over dit deel van circa20,2 m/s ≈ 72 km/u,dat is dusinclusief een remmingofwel de aanvangssnelheid zal dus hoger zijn. Deze wordt berekend middels een energiebalans.
Waarbij volgt dat deindicatievesnelheid van de motorfiets op basis van de energie balans uitkomt op circa23 m/s ≈ 83 km/u[…]
”
3.Wat wil [verzoeker]?
4.De beoordeling
Het verzoek van [verzoeker]
“hierdoor”een aanrijding ontstond. Getuigen worden in de kenmerkenmelding niet genoemd. Verder wordt namens [verzoeker] in de brief van 27 mei 2021 voor wat betreft de toedracht van het ongeval ook expliciet en enkel verwezen naar de kenmerkenmelding (zie 2.4). De rechtbank is met Unigarant – en anders dan [verzoeker] – van oordeel dat deze omstandigheden niet noopten tot nader onderzoek naar de toedracht van het ongeval, waaronder de snelheid waarmee betrokkenen reden, en/of het maken van een voorbehoud door Unigarant. De aard en ernst van het letsel en de algemene opmerking over “
een kleine kans” op een “
wijziging/aanvulling” op het dossier (zie 2.5) maken dit oordeel niet anders, omdat ze in het licht van het voorgaande onvoldoende zwaarwegend zijn.