ECLI:NL:RBDHA:2023:9683
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verblijfsdocument duurzaam verblijf als burger van de Unie aan derdelander met Chavez-verblijfsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Ghanese eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres, die sinds 2017 verblijft in Nederland op basis van een afgeleid verblijfsrecht als verzorgende ouder van haar twee Nederlandse minderjarige kinderen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument ‘duurzaam verblijf als burger van de Unie’. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris op 4 oktober 2022 afgewezen, omdat de eiseres niet had aangetoond dat zij gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar voldoende economische activiteiten had verricht of over voldoende zelfstandige middelen van bestaan beschikte. Het bezwaar van de eiseres tegen deze afwijzing werd op 3 januari 2023 ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van de eiseres op 16 mei 2023 behandeld. Tijdens de zitting was de eiseres aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvraag op goede gronden had afgewezen, aangezien de eiseres niet had aangetoond dat zij voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een verblijfsdocument ‘duurzaam verblijf als burger van de Unie’. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij de eiseres ligt en dat de overgelegde documenten niet voldoende waren om aan te tonen dat zij gedurende vijf jaar ononderbroken arbeid had verricht.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de staatssecretaris niet verplicht was om de aanvraag ambtshalve te toetsen aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor het gevraagde verblijfsdocument en dat er geen rechtsregel was die de staatssecretaris verplichtte om de aanvraag op een andere manier te beoordelen. Het beroep van de eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank gaf aan dat indien de eiseres een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd wenst, zij hiervoor een aparte aanvraag moet indienen.