ECLI:NL:RBDHA:2023:965
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag wegens ontbreken gronden van beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Akkaya. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was de verweerder in deze zaak. Eiseres had op 2 december 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroepschrift geen gronden bevatte, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen binnen een gestelde termijn, maar de gronden van beroep zijn pas na deze termijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden niet tijdig zijn ingediend en dat eiseres niet heeft aangetoond dat deze termijnoverschrijding niet aan haar kan worden toegerekend. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
De rechtbank heeft in haar beslissing ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via de website van de rechtspraak.