ECLI:NL:RBDHA:2023:9644

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
635717
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van een gezamenlijke woning na echtscheiding met betrekking tot peildatum en taxatie

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, gaat het om de verdeling van een gezamenlijke woning na de echtscheiding van partijen in 2016. De vrouw heeft de man verzocht om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning, terwijl de man heeft gevorderd dat de woning aan hem wordt toebedeeld tegen de waarde ten tijde van de echtscheiding. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet met een dagvaarding op 22 september 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 17 mei 2023.

De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in 2016 zijn gescheiden en dat de woning gedurende de jaren 2017 tot en met 2019 onverdeeld is gebleven. De man heeft in deze periode in de woning gewoond en de lasten gedragen. Nu partijen overeenstemming hebben bereikt over de wijze van verdeling, maar niet over de peildatum voor taxatie, heeft de rechtbank de beslissing genomen dat de woning moet worden getaxeerd tegen de huidige waarde, zoals gebruikelijk is bij verdelingen.

De rechtbank heeft bepaald dat partijen gezamenlijk opdracht moeten geven aan een NVM-makelaar, Van Eijk Makelaars, om de woning te taxeren. De man krijgt de kans om de woning tegen de getaxeerde waarde over te nemen, met een termijn van drie maanden om de financiering rond te krijgen. Indien dit niet lukt, zal de woning gezamenlijk worden verkocht. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 28 juni 2023 door mr. J. Smeets.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zaaknummer: C/09/635717 / HA ZA 22-815
Vonnis van 28 juni 2023
in de zaak van
[eiser], te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaat: mr. M.W. Kuiper te Den Haag,
tegen
[gedaagde], te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
advocaat: mr. N. Yildiz te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 september 2022, met een productie;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het tussenvonnis van 22 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bevolen;
- de mondelinge behandeling van 17 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.Waar gaat het om?

2.1.
Partijen zijn gehuwd geweest en in 2016 gescheiden. Zij hebben een gezamenlijke woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning). Omdat de woning ten tijde van de echtscheiding een aanzienlijke onderwaarde had, zijn partijen overeengekomen dat de woning over de jaren 2017 tot en met 2019 onverdeeld zal blijven. Partijen zijn verder overeengekomen dat de man in die periode in de woning zal blijven wonen en de lasten van de woning zal dragen. Deze afspraken zijn in de echtscheidingsbeschikking opgenomen. Partijen zijn het erover eens dat de woning nu verdeeld moet worden.

3.Het geschil

3.1.
Kort samengevat heeft de vrouw gevorderd de man te veroordelen om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning aan een derde, waaronder het geven van de verkoopopdracht aan de makelaar en het ondertekenen van de koopovereenkomst.
3.2.
De man heeft kort samengevat gevorderd dat de rechtbank zal bepalen dat de woning aan hem wordt toebedeeld, en dat daarbij de waarde van de woning ten tijde van de echtscheiding moet worden aangehouden.
3.3.
Ter zitting hebben partijen afspraken gemaakt over de wijze van verdeling en ook over de financiële afwikkeling. Partijen zijn het echter niet eens geworden over de peildatum waartegen de woning moet worden getaxeerd. Zij hebben de rechtbank verzocht op dat punt een beslissing te nemen en verder vonnis te wijzen overeenkomstig de (ter zitting) door hun gemaakte afspraken.

4.De beoordeling

Afspraken tussen partijen
4.1.
Ter zitting hebben partijen de volgende afspraken gemaakt:
Partijen laten de woning taxeren door een door de rechtbank aan te wijzen NVM-makelaar/taxateur tegen de door de rechtbank vast te stellen peildatum.
De man wordt in de gelegenheid gesteld de woning tegen de getaxeerde waarde van de vrouw over te nemen. Hij krijgt vanaf de datum van het vonnis drie maanden de tijd om hiervoor de financiering rond te krijgen.
Als de man de financiering niet rond kan krijgen, zullen partijen gezamenlijk opdracht verstrekken aan de door de rechtbank aangewezen makelaar om de woning te verkopen. De makelaar zal partijen, zo nodig, bindend adviseren over de vraag- en laatprijs.
De verkoopopbrengst wordt bij helfte gedeeld, met uitzondering van de waarde van de beleggingspolis. Daarvoor geldt dat de waarde van de beleggingspolis op
31 december 2019 bij helfte wordt gedeeld en dat de nadien opgebouwde waarde alleen aan de man toekomt. Partijen doen verder afstand van de overige (over en weer) door hun gevorderde vergoedingsrechten.
De peildatum
4.2.
Partijen hebben de rechtbank verzocht een beslissing te nemen over de peildatum waartegen de woning moet worden getaxeerd.
4.3.
De man heeft aangevoerd de datum van echtscheiding als peildatum voor de waarde van de woning moet gelden. Mocht de rechtbank daar niet in meegaan, dan zal de woning moeten worden getaxeerd tegen de waarde in (begin) 2020. Volgens de echtscheidingsbeschikking zou de woning tot en met 2019 weliswaar onverdeeld blijven, maar waren partijen daarna vrij de woning te verdelen. Omdat de huizenprijzen sindsdien zijn gestegen, zou een latere peildatum met zich brengen dat de man een hoger bedrag aan de vrouw moet betalen en dat hij – als de huizenprijzen vervolgens dalen – mogelijk met een restschuld komt te zitten. Dat zou niet redelijk zijn.
4.4.
Volgens de vrouw moet bij het bepalen van de peildatum worden uitgegaan van de datum van verdeling en moet de woning dus tegen de huidige waarde worden getaxeerd. Dat is het uitgangspunt bij verdelingen en er is geen aanleiding om daarvan af te wijken.
4.5.
De rechtbank stel voorop dat, zoals door de vrouw is aangevoerd, als peildatum voor de waarde van de woning in beginsel de datum van verdeling geldt. Alleen als partijen andere afspraken hebben gemaakt of als de redelijkheid en billijkheid daaraan in de weg staan, geldt een andere peildatum. Dat partijen een eerdere peildatum zijn overeengekomen, is niet gesteld of gebleken. De man heeft wel een beroep gedaan op de redelijkheid en billijkheid, maar dat beroep slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de man niet voldoende duidelijk gemaakt waarom – in redelijkheid – een eerdere peildatum zou moeten gelden. Dat de huizenprijzen in de periode van 2019 tot heden zijn gestegen, is daarvoor onvoldoende. De man had zelf ook eerder de verdeling van de woning kunnen vorderen om zo de verkrijging van de woning zeker te stellen. Verder is het onzeker of de huizenprijzen daadwerkelijk (zodanig) zullen dalen dat de woning (opnieuw) onder water komt te staan. Als de man hiervoor vreest, staat het hem vrij – zoals de vrouw ter zitting ook heeft aangevoerd – er voor te kiezen de woning nu direct aan een derde te verkopen.
De makelaar
4.6.
Partijen hebben de rechtbank verzocht te bepalen aan welke NVM-makelaar/taxateur partijen gezamenlijk opdracht zullen geven de woning te taxeren en/of partijen te begeleiden bij de verkoop van de woning.
4.7.
De rechtbank zal bepalen dat partijen voornoemde opdracht(en) zullen verstrekken aan Van Eijk Makelaars te Den Haag (hierna: de makelaar), een NVM-makelaar die volgens haar website in Den Haag en omgeving opereert.
Overige vorderingen en proceskosten
4.8.
Aangezien partijen zelf op grote lijnen overeenstemming hebben bereikt over de wijze van verdeling, ziet de rechtbank geen aanleiding om de (over en weer) gevorderde veroordelingen tot medewerking aan de verdeling toe te wijzen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde dwangsommen. De over en weer gevorderde vergoedingsrechten behoeven geen beoordeling meer omdat partijen daarvan afstand hebben gedaan.
4.9.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie en reconventie
stelt de wijze van verdeling van de gemeenschappelijke woning als volgt vast:
5.1.
bepaalt dat partijen gezamenlijk opdracht zullen geven aan de makelaar om de woning (bindend) te taxeren tegen de huidige waarde en dat partijen de kosten van de makelaar gezamenlijk dragen;
5.2.
deelt de woning toe aan de man tegen door de makelaar getaxeerde waarde,
onder de opschortende voorwaardedat man binnen drie maanden na de datum van dit vonnis aantoont dat hij in staat is de overname te financieren en vrouw te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening;
5.3.
Als niet aan de onder 5.2 genoemde opschortende voorwaarde is voldaan, zullen partijen gezamenlijk opdracht verstrekken aan de makelaar om de woning te verkopen. De makelaar zal partijen in dat geval, zo nodig, bindend adviseren over de vraag- en laatprijs.
5.4.
In het geval van overdracht van de woning aan de man, moet de man de kosten van de overdracht dragen en de helft van de overwaarde van de woning (taxatiewaarde minus hypothecaire schuld) aan de vrouw vergoeden. Bij verkoop van de woning aan een derde wordt de verkoopopbrengst (verkoopprijs minus hypothecaire schuld en kosten verkoop) bij helfte gedeeld. In beide gevallen geldt dat de waarde van de beleggingspolis op 31 december 2019 bij helfte aan partijen toekomt en dat de nadien opgebouwde waarde alleen aan de man toekomt.
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
compenseert de kosten van de procedure in conventie en reconventie tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Smeets en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2023.