In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, gaat het om de verdeling van een gezamenlijke woning na de echtscheiding van partijen in 2016. De vrouw heeft de man verzocht om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning, terwijl de man heeft gevorderd dat de woning aan hem wordt toebedeeld tegen de waarde ten tijde van de echtscheiding. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet met een dagvaarding op 22 september 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 17 mei 2023.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in 2016 zijn gescheiden en dat de woning gedurende de jaren 2017 tot en met 2019 onverdeeld is gebleven. De man heeft in deze periode in de woning gewoond en de lasten gedragen. Nu partijen overeenstemming hebben bereikt over de wijze van verdeling, maar niet over de peildatum voor taxatie, heeft de rechtbank de beslissing genomen dat de woning moet worden getaxeerd tegen de huidige waarde, zoals gebruikelijk is bij verdelingen.
De rechtbank heeft bepaald dat partijen gezamenlijk opdracht moeten geven aan een NVM-makelaar, Van Eijk Makelaars, om de woning te taxeren. De man krijgt de kans om de woning tegen de getaxeerde waarde over te nemen, met een termijn van drie maanden om de financiering rond te krijgen. Indien dit niet lukt, zal de woning gezamenlijk worden verkocht. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 28 juni 2023 door mr. J. Smeets.