ECLI:NL:RBDHA:2023:9604
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Nederlands paspoort wegens verlies nationaliteit na langdurig verblijf in het buitenland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een in Zwitserland woonachtige vrouw, en de minister van Buitenlandse Zaken. Eiseres had op 12 februari 2021 een aanvraag ingediend voor een Nederlands paspoort, maar deze aanvraag werd door de minister buiten behandeling gesteld. De reden hiervoor was dat eiseres volgens de minister op 2 september 2019 van rechtswege haar Nederlanderschap had verloren, omdat zij gedurende een onafgebroken periode van tien jaar in Zwitserland had gewoond en zowel de Nederlandse als de Zwitserse nationaliteit bezat. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij niet op de hoogte was gesteld van een aanstaande wetswijziging die haar situatie zou kunnen beïnvloeden. Ze voerde aan dat het verlies van haar Nederlanderschap in strijd was met de Grondwet, het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVN) en het Unierecht, en dat de evenredigheidstoets niet correct was uitgevoerd.
De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank stelde vast dat eiseres, door haar langdurige verblijf in het buitenland en het bezit van een vreemde nationaliteit, het Nederlanderschap had verloren volgens de regels van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). De rechtbank wees erop dat het niet de verantwoordelijkheid van de minister was om eiseres persoonlijk te informeren over de wetswijzigingen. Bovendien oordeelde de rechtbank dat het verlies van het Nederlanderschap niet willekeurig was en dat de evenredigheidstoets correct was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om de wettelijke bepaling buiten toepassing te laten. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde dat de minister de aanvraag om een Nederlands paspoort terecht niet in behandeling had genomen.