ECLI:NL:RBDHA:2023:9580
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige verklaringen over problemen met zakenpartners en afvalligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Iraakse nationaliteit hebbende man, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel af te wijzen. Eiser heeft aangevoerd dat hij problemen heeft ondervonden door zijn samenwerking met twee zakenpartners die betrokken waren bij illegale praktijken. Hij vreesde voor zijn leven en heeft Koerdistan verlaten na een aanval op het huis van zijn broer en intimidatie van zijn zus. De rechtbank heeft het asielrelaas van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de verklaringen over de problemen met zijn zakenpartners ongeloofwaardig zijn. Eiser heeft inconsistenties en tegenstrijdigheden in zijn verklaringen vertoond, wat de geloofwaardigheid van zijn verhaal ondermijnt. De rechtbank heeft ook de verklaringen van een vriend van eiser in overweging genomen, maar deze gaven geen aanleiding om de geloofwaardigheid van eisers asielrelaas te herzien. De rechtbank oordeelde dat de problemen die eiser heeft ondervonden vanwege zijn afvalligheid niet zwaarwegend genoeg zijn om te concluderen dat hij bij terugkeer naar Irak een reëel risico loopt op vervolging. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.