ECLI:NL:RBDHA:2023:9550

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
23-4003
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing omgevingsvergunning voor vrijstaande woning vanwege onvoldoende motivatie afwijking richtafstand gewasbeschermingsmiddelen

Op 30 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J. Geelhoed, hebben beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, dat op 25 april 2023 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het oprichten van een vrijstaande woning. Verzoekers vrezen dat de aanwezigheid van deze woning hun bedrijfsvoering zal belemmeren, vooral vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op korte afstand van de woning. Het college heeft echter gesteld dat de woning geen belemmering zal vormen en heeft verwezen naar een rapport van de Adromi Groep, waarin wordt gesteld dat kan worden afgeweken van de richtafstand van 50 meter.

De voorzieningenrechter heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij zowel verzoekers als het college en de vergunninghoudster aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er van de richtafstand kan worden afgeweken. Dit gebrek aan motivatie leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit mogelijk niet in stand zal blijven bij een beroepsprocedure. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 25 april 2023 geschorst tot de uitspraak op het beroep. Tevens is het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoekers.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/4003

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

30 juni 2023 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen[verzoeker] B.V. en anderen, te [vestigingsplaats], verzoekers
(gemachtigde: mr. J. Geelhoed),
en
het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, het college
(gemachtigde: E. Tolido).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[derde-partij], te [woonplaats] (vergunninghoudster)
(gemachtigde: D. Meijer).

Inleiding

Dit proces-verbaal bevat de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het besluit van het college van 25 april 2023. In dit besluit heeft het college aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een vrijstaande woning aan de [adres] [nummer] te [plaats].
Verzoekers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld [1] .
Vergunninghoudster heeft schriftelijk gereageerd.
Verzoekers hebben aanvullende gronden ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker [naam 3], de gemachtigde van verzoekers, vergezeld door mr. [naam 1], de gemachtigde van het college, vergezeld door [naam 2], vergunninghoudster en de gemachtigde van vergunninghoudster.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe en treft de voorlopige voorziening dat het besluit van 25 april 2023 wordt geschorst tot de uitspraak op het beroep;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 365,- aan verzoekers moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten van verzoekers.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Verzoekers voeren aan dat zij belemmerd dreigen te worden in hun bedrijfsvoering als gevolg van de voorziene woning aan de [adres] [nummer]. Dat heeft te maken met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door het bedrijf van verzoekers op te korte afstand van de voorziene woning.
3. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de aanwezigheid van de woning niet zal leiden tot belemmering van de bedrijfsvoering. Volgens het college kan worden afgeweken van de richtafstand van 50 meter. Het college verwijst in dit verband naar het rapport “Spuitzone onderzoek Meeslouwerpolder” van 29 juni 2021 van de Adromi Groep.
4. In dat onderzoek is gebruik gemaakt van het EFSA-model. Verzoekers wijzen erop dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) over dat model heeft geoordeeld dat dit niet kan worden gebruikt om in het kader van de ruimtelijke ordening afstanden voor spuitzones te bepalen (zie de uitspraak van 23 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3387). De Afdeling noemt in die uitspraak verschillende aspecten van het model die maken dat dit niet kan worden gehanteerd. Deze aspecten spelen ook allemaal in het rapport van 29 juni 2021. Gelet hierop heeft het college dit rapport van de Adromi Groep niet kunnen gebruiken om af te wijken van de richtafstand van 50 meter.
5. Dit leidt er toe dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom kan worden afgeweken van deze richtafstand. Reeds daarom moet worden betwijfeld of het bestreden besluit in beroep stand zal houden. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt daarom toegewezen. Het bestreden besluit wordt geschorst tot de uitspraak op het beroep.
6. Omdat het verzoek wordt toegewezen moet het college het griffierecht aan verzoekers vergoeden en krijgen zij ook een vergoeding van hun proceskosten. Het college moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.674,- omdat de gemachtigde van verzoekers een verzoekschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. A.C.P. Witsiers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 juni 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zaaknr.: SGR 23/3934