ECLI:NL:RBDHA:2023:9543
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake last onder dwangsom voor afgifte hond na bijtincidenten
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een particulier, en de burgemeester van Leiden als verweerder. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan eiser is opgelegd vanwege het niet naleven van een eerder besluit tot afgifte van zijn hond, die betrokken was bij meerdere bijtincidenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen bezwaar heeft gemaakt tegen de last onder bestuursdwang, waardoor deze onherroepelijk is geworden. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij al meer dan twee jaar niet meer in het bezit van de hond is, en dat de bijtincidenten niet aan hem kunnen worden toegeschreven. Hij betwist de juistheid van de bestuurlijke rapportage en stelt dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de feiten.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de hond op het moment van de last onder dwangsom niet meer in zijn bezit had. De rechtbank heeft de verklaringen van eiser over de locatie van de hond als inconsistent beoordeeld en heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijs is dat de hond nog in het bezit van eiser was ten tijde van de last onder dwangsom. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de bestuurlijke rapportage, die op ambtseed is opgemaakt, als uitgangspunt kan worden genomen, tenzij er tegenbewijs is. Aangezien eiser geen overtuigend tegenbewijs heeft geleverd, heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.