ECLI:NL:RBDHA:2023:9522
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van onvoldoende geloofwaardigheid van homoseksuele gerichtheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd op 3 juli 2023, wordt de asielaanvraag van eiser, een Guinee-Bissause nationaliteit, afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft in zijn aanvraag gesteld dat hij vreest voor vervolging door drugsbendes en dat hij homoseksueel is. De rechtbank oordeelt dat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser zijn homoseksuele gerichtheid niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank constateert dat er geen zorgvuldigheidsgebreken zijn en dat de vage en summiere verklaringen van eiser over zijn homoseksuele gerichtheid door verweerder tegengeworpen mochten worden.
Eiser heeft eerder asiel aangevraagd in Nederland, maar deze aanvraag werd ongegrond verklaard. In zijn opvolgende aanvraag, ingediend op 14 maart 2022, heeft hij verklaard dat hij homoseksueel is, maar de rechtbank oordeelt dat zijn verklaringen over deze geaardheid niet geloofwaardig zijn. De rechtbank stelt dat het aan de vreemdeling is om zijn asielrelaas aannemelijk te maken en dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat eiser onvoldoende concrete en samenhangende verklaringen heeft afgelegd over zijn homoseksuele gerichtheid.
De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiser terecht is afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.