Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
nzijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
3.De geldigheid van de dagvaarding
4.De bewijsbeslissing
16 juni 2023;
[slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) uit genoemde bocht kwam. Hierdoor botste het stuur van de fiets tegen dat geopende portier en is [slachtoffer] ten val gekomen. [slachtoffer] heeft door de val verwondingen op zijn achterhoofd opgelopen, waaraan hij kort daarna is overleden.
nzijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig, als volgt te handelen:
hijzonder de nodige voorzichtigheid en zonder voldoende te kijken het linkervoorportier geopend, waardoor een aldaar rijdende fietser
,te weten [slachtoffer] tegen dat portier is gebotst en deze ten val is gekomen, waardoor deze zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, waaraan deze op 8 oktober 2021
isoverleden;
te 's-Gravenhageals bestuurder van een motorrijtuig (auto) op [locatie 1] een verkeersongeval had veroorzaakt, naar hij wist dat aan een ander, te weten [slachtoffer] , letsel was toegebracht de plaats van het ongeval heeft verlaten, waarbij [slachtoffer] in hulpeloze toestand werd achtergelaten.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
Wij zijn nu bijna twee jaar verder en ik hoop dat de veroorzaker intussen beseft wat hij door onoplettendheid heeft aangericht. Het is niet meer terug te draaien. Wij moeten leven met de gevolgen daarvan. Een woord van spijt door de veroorzaker aan de familie maakt niet goed wat er die avond zich heeft afgespeeld. Ook de straf die opgelegd gaat worden, zal nooit voldoende zijn om het verlies van mijn man, onze vader en opa te vereffenen”.
Eenmaal in het ziekenhuis ben ik boos heel boos op degene die dit heeft aangericht. Nu bijna twee jaar verder heeft die boosheid ruimte gemaakt voor berusting en vergeving. (…) Ondanks dat ik nu zonder werk zit met o.a. de reden dat het niet zo goed meer ging op het werk na het overlijden van mijn vader. Ondanks het verdriet en de pijn van ons hele samengestelde gezin.
(…) Wat mij betreft krijg je geen straf opgelegd want je zal dit voorval denk ik wel voor de rest van je leven met je meedragen en dat is denk ik al een straf genoeg. Daar moeten jouw kinderen verder niet de dupe van worden. Zij hebben ook recht op een gelukkig leven”.
aanmerkelijkeschuld) en het meest vergaande gevolg (de dood) – is een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren en een onvoorwaardelijke rijontzegging van een jaar. Dit is de ook de eis van de officier van justitie, inclusief voor het verlaten van de plaats van het ongeval. De houding van de verdachte zou voor de rechtbank aanleiding zijn om in het voordeel van de verdachte een lagere taakstraf op te leggen voor overtreding van artikel 6 WVW, maar gezien het kwalijke handelen van de verdachte wat betreft het verlaten van de plaats van het ongeval, acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden. De rechtbank zal dan ook aan de verdachte opleggen een taakstraf van 240 uren en een rijontzegging van een jaar.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
120 (HONDERDTWINTIG) DAGEN;