ECLI:NL:RBDHA:2023:9416
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen arbeidsongeschiktheidspercentage en WIA-uitkering
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheidspercentage en de WIA-uitkering. Eiser, die van 1999 tot 2008 bij de politie werkte en daarna als leerplichtambtenaar, meldde zich op 1 februari 2016 ziek vanwege psychische klachten. Het Uwv heeft hem vanaf 29 januari 2018 100% arbeidsongeschikt geacht en een WIA-uitkering toegekend. Echter, na een herbeoordeling in 2020, heeft het Uwv het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 73,20% en later verhoogd naar 75,94%. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld, waarbij hij medische stukken heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt dat hij volledig arbeidsongeschikt is.
De rechtbank heeft het beroep op 11 januari 2022 behandeld en deskundigen benoemd om de gezondheidstoestand van eiser te onderzoeken. Deskundige I.S. Hernandez-Dwarkasing concludeerde dat eiser op de datum in geding (14 maart 2020) beperkt was in zijn functioneren, maar niet volledig arbeidsongeschikt. Het Uwv heeft vervolgens het arbeidsongeschiktheidspercentage aangepast naar 79,55% na een herbeoordeling. Eiser heeft opnieuw beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de deskundigenrapporten voldoende onderbouwd waren en dat het Uwv terecht had besloten dat eiser niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was.
De rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede bestreden besluit ongegrond. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 4.123,50, en het griffierecht van € 48,- diende door het Uwv aan eiser te worden vergoed.