Uitspraak
Rechtbank den haag
Het Hoogheemraadschap van Delfland,
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
(…), indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij in verband metarbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte [1] , zwangerschap of bevalling daartoe verhinderd was.Dit artikellid lijkt te bevestigen dat arbeidsongeschiktheid alleen aan de orde is in het geval van ziekte, zwangerschap of bevalling. In lid 10 van artikel 7:629 BW wordt dezelfde bewoording gebruikt.
In een geval als het onderhavige, waarin sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, kan zich de situatie voordoen dat de werknemer zich op grond van (dreigende) psychische of lichamelijke klachten niet in staat acht tot het verrichten van zijn werkzaamheden, hoewel ten aanzien van de arbeidsgeschiktheid geen medische beperkingen van psychische of fysieke aard kunnen worden vastgesteld, zodat van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte in de zin van art. 7:629 BW geen sprake is. Dit geval wordt wel aangeduid als "situatieve arbeidsongeschiktheid" en de vraag doet zich voor in hoeverre in zo'n geval gezegd kan worden dat de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen, als bedoeld in art. 7:628 lid 1 BW.
werkgerelateerde aspecten, die mogelijk een duurzame inzetbaarheidkunnen [3] belemmeren, en dat zijn advies is om daarover in gesprek te blijven, maar uit deze rapportage blijkt niet dat er daadwerkelijk werkgerelateerde aspecten zijn, die een duurzame inzetbaarheid belemmeren. In feite geeft de bedrijfsarts in zijn laatste rapportage van 6 oktober 2022 hetzelfde advies. Tussen 8 september 2022 en 6 oktober 2022 is dus op het punt van de duurzame inzetbaarheid niets veranderd.