ECLI:NL:RBDHA:2023:9280
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Vervallen verklaring van de uitspraak op verzet in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser, geboren op een onbekende datum en van Russische nationaliteit, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank in Groningen heeft op 21 maart 2023 het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft op 1 mei 2023 verzet ingesteld tegen deze uitspraak, dat op 5 juni 2023 is behandeld. De rechtbank heeft het verzet op 20 juni 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden ontbraken.
Echter, na navraag bleek dat de gemachtigde van eiser op 22 mei 2023 contact had opgenomen met de griffie over de gronden van het verzet, omdat hij geen toegang had tot het digitale dossier. De gemachtigde had de gronden van het verzet gemaild aan de griffie, maar door een administratieve omissie zijn deze gronden niet doorgeleid naar de behandelend rechter en niet in het digitale dossier geüpload. Hierdoor was de rechter niet op de hoogte van de ingediende gronden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak van 20 juni 2023 gebaseerd was op een kennelijk onjuiste gegeven, wat resulteert in een ernstige fout die niet aan partijen is toe te rekenen. Daarom heeft de rechtbank besloten de uitspraak van 20 juni 2023, met zaaknummer NL22.12077, vervallen te verklaren. Deze beslissing is genomen door rechter F. Sijens in aanwezigheid van griffier N.G. Fuller en is openbaar gemaakt.