Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser had eerder in Duitsland een verzoek om internationale bescherming ingediend, wat leidde tot de conclusie dat Duitsland de verantwoordelijke lidstaat was.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 8 juni 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser voerde aan dat hij gedwongen was om vingerafdrukken af te staan en dat hij niet in Duitsland wilde asiel aanvragen, maar de rechtbank oordeelde dat deze argumenten niet voldoende waren om de verantwoordelijkheid van Duitsland te betwisten.
De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van structurele tekortkomingen in Duitsland die het interstatelijk vertrouwensbeginsel zouden ondermijnen. Ook de stelling dat eiser afhankelijk was van zijn broers in Nederland werd verworpen, omdat eiser geen bewijs had geleverd van een afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk was bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.