ECLI:NL:RBDHA:2023:9265

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
NL23.15523
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan België

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, die niet wilde worden overgedragen aan België. De verzoeker had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat België verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat hij aan België zou worden overgedragen totdat er op zijn beroep was beslist.

Tijdens de zitting, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De rechter heeft besloten om de behandeling van het beroep aan te houden en verweerder de gelegenheid te geven om aanvullende informatie te verstrekken over de opvangsituatie in België. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker belang had bij het afwachten van de uitkomst van het beroep in Nederland, aangezien er een redelijke kans bestond dat het beroep zou slagen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat de verzoeker niet mag worden overgedragen aan België totdat er op het beroep is beslist. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 837. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.15523
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: 289.408.7476
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 25 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.15522, op 8 juni 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Fayez. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan België totdat is beslist op het beroep;
- veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten ter hoogte van € 837
(achthonderdzevenendertig euro).

Overwegingen

1. Verzoeker heeft een voorlopige voorziening gevraagd ter voorkoming van overdracht aan België zolang geen uitspraak is gedaan op het beroep tegen het bestreden besluit.
2. Tijdens de behandeling van de zaak heeft de rechter besloten om de behandeling van het beroep aan te houden en verweerder in de gelegenheid te stellen om aanvullende informatie in te dienen over de huidige opvangsituatie ten opzichte van de situatie zoals beschreven in de door verweerder overgelegde brieven van 9 en 28 maart van de Belgische autoriteiten.
3. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoeker er
belang bij heeft om de uitkomst van het beroep in Nederland te kunnen afwachten. Niet op voorhand valt immers uit te sluiten dat dit beroep een redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter wijst om die reden het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorst het bestreden besluit en bepaalt dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan België totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist.
4. De voorzieningenrechter ziet in de toewijzing van het verzoek aanleiding om
verweerder te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze worden op
grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837, bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 juni 2023 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier , en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.