ECLI:NL:RBDHA:2023:9242

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/09/645411 / JE RK 23-661
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en wijziging zorgregeling in een jeugdzorgzaak

Op 2 juni 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een jeugdzorgzaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [Minderjarige01] en [Minderjarige02]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders, de gecertificeerde instelling en hun advocaten aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling, die eerder was verlengd tot 21 juni 2023, opnieuw verlengd moet worden tot 21 december 2023. Dit is noodzakelijk om de positieve ontwikkelingen in de communicatie tussen de ouders te waarborgen en om de veiligheid van de kinderen te blijven monitoren.

De kinderrechter heeft ook de zorgregeling gewijzigd, zodat de kinderen nu de ene week van donderdag uit school tot vrijdag 17:30 uur bij de vader verblijven en de andere week van donderdag uit school tot zondag 17:00 uur. De ouders zijn verantwoordelijk voor de zorg en opvoeding van de kinderen, en de vakanties worden in onderling overleg verdeeld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders de regie over de zorgregeling terugnemen en zelfstandig beslissingen nemen in het belang van de kinderen.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 27 juni 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens:
I. C/09/645411 / JE RK 23-661
II. C/09/645415 JE RK 23-662
Datum uitspraak: 2 juni 2023

Beschikking van de kinderrechter

Verlenging ondertoezichtstelling
Wijziging zorgregeling (ex artikel 1:265g BW)
in de zaak naar aanleiding van de op 5 april 2023 ingekomen verzoekschriften van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
- [naam01]geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [Minderjarige01] ;
- [naam02]geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats02] ,
hierna te noemen: [Minderjarige02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam03] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. N.E de Vries, te [vestigingsplaats] ,

[naam04] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- verzoekschrift van zaak І met bijlage van 5 april;
- verzoekschrift van zaak II met bijlage van 5 april 2023.
Op 2 juni 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- [naam05] namens de gecertificeerde instelling.

Feiten

- Het geregistreerde partnerschap van de vader en de moeder is beëindigd.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [Minderjarige01] en [Minderjarige02] verblijven feitelijk bij de moeder.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 14 juni 2022 de ondertoezichtstelling van [Minderjarige01] en [Minderjarige02] verlengd van 21 juni 2022 tot 21 juni 2023.
- De rechtbank heeft bij beschikking van 21 december 2021 de verdeling van de
zorg- en opvoedingstaken zo vastgesteld dat [Minderjarige01] en [Minderjarige02] bij de vader zullen zijn:
van donderdag uit school of de BSO (buitenschoolse opvang) tot en met vrijdagavond. Wanneer blijkt dat de vader profiteert van hulpverlenging m.b.t. emotieregulatie en opvoedvaardigheden kan de omgang worden uitgebreid
onder regie van de gecertificeerde instellingtot: in de even weken van donderdagmiddag 17:00 uur tot zondagmiddag 17:30 uur en in de oneven weken van donderdagmiddag uit school tot vrijdagmiddag 17:30 uur).
Verder is bepaald dat de vader en de moeder in overleg met de gecertificeerde instelling afspraken kunnen maken over de verdeling van de vakanties.

Verzoek en verweer

Verlenging ondertoezichtstelling:
De gecertificeerde instelling heeft verzocht tot een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden. Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag.
Ten tijde van de verlenging van de ondertoezichtstelling in juni 2022 waren er zorgen over de communicatie tussen de vader en de moeder, de opvoedkundige aanpak van de vader en het feit dat de moeder geen vertrouwen had dat de kinderen veilig waren bij de vader. De kinderen werden hiermee belast en dit werd teruggezien in hun gedrag. De vader en de moeder hebben in de afgelopen periode positieve stappen gezet in het verbeteren van hun communicatie over de kinderen en de gecertificeerde instelling ziet dat er meer rust is ontstaan. De kinderen geven dit zelf ook aan. De ouders kunnen via de mail goed communiceren over de kinderen. Er zijn in januari 2023 nieuwe gedragsregels met de ouders opgesteld, waar zij zich aan houden. Het blijft echter wel zo dat de moeder op momenten aangeeft zich zorgen te maken om de veiligheid van de kinderen bij de vader, wat de communicatie tussen de moeder en de vader ingewikkeld kan maken. Ook wordt er gezien dat er verschillen zijn in de opvoedsituatie van de moeder en de vader, waar zij beiden mee moeten leren omgaan. Het is belangrijk dat de vader en de moeder de komende periode steeds meer zelf de regie gaan nemen, en niet afhankelijk blijven van de jeugdbeschermer om zaken op te lossen of te beslissen. De gecertificeerde instelling vindt een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden nodig om de situatie die de ouders hebben bereikt, te kunnen borgen. De gecertificeerde instelling heeft vertrouwen dat de ouders op korte termijn de communicatie en de opvoeding voor de kinderen zelfstandig op zich kunnen nemen. Family Supporters zal betrokken blijven bij zowel de moeder als de vader, om hen te ondersteunen in hun eigen thuissituatie.
De vader is van mening dat de verlenging van de ondertoezichtstelling niet nodig is, maar heeft er geen bezwaar tegen als deze wordt toegewezen.
De moeder vindt het fijn dat de jeugdbeschermer nog even op de achtergrond betrokken blijft. De ondertoezichtstelling vergt veel van iedereen, maar is nog wel nodig. De moeder heeft vertrouwen in het traject bij Family Supporters.
Wijziging zorgregeling:
De gecertificeerde instelling heeft verzocht de bij beschikking 21 december 2021 vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna ook: de zorgregeling) te wijzigen en de verdeling in die zin vast te stellen dat de kinderen de ene week van donderdag uit school tot vrijdagavond en de andere week van donderdag uit school tot zondagavond naar de vader gaan. Met betrekking tot de vakantie wordt verzocht vast te stellen dat de kinderen de helft van vakanties bij de vader verblijven, in onderling overleg vast te stellen. Aan het verzoekt ligt het volgende ten grondslag.
In de afgelopen periode is de zorgregeling tussen de kinderen en de vader weer volledig uitgebreid naar de regeling van vóór de beschikking van 21 december 2021. De kinderen gaan al meerdere maanden de ene week van donderdag op vrijdag en de andere week van donderdag op zondag naar de vader. De gecertificeerde instelling vindt het in het belang van de kinderen om de zorgregeling vast te stellen naar de huidige situatie. Nu de gecertificeerde instelling over wil gaan naar afsluiting van de ondertoezichtstelling, borging van de gemaakte afspraken en de ouders de regie moeten nemen, is het van belang dat de zorgregeling zo wordt aangepast, dat deze de huidige situatie weergeeft en dat de gecertificeerde instelling hier niet langer in wordt vermeld.
De vader heeft ingestemd met het verzochte, althans heeft zich niet tegen toewijzing daarvan verzet. De vader heeft aangegeven dat het door zijn werk soms lastig is om het moment van de overdracht van de kinderen te regelen en dat het daarom fijn is dat ze nu nog op donderdagmiddag tot 17:00 uur naar de BSO gaan. De vader stelt ook dat het nog niet helemaal soepel verloopt met het verdelen van de vakanties, omdat het hem in de zomervakantie van dit jaar nog niet gaat lukken om de kinderen drie weken bij hem te laten verblijven. Voor de aankomende zomervakantie is afgesproken dat de kinderen twee weken bij hem verblijven, twee weken bij de moeder, en twee weken bij beiden volgens de vastgestelde zorgregeling. De vader is het er ook niet mee eens dat de moeder geen toestemming geeft voor de vakantie naar Turkije die hij voor hem en de kinderen heeft geboekt in de twee weken dat ze bij hem verblijven. Vanaf volgend jaar vindt hij het prima als de kinderen in de zomervakantie wel drie weken bij hem zijn.
De moeder heeft ingestemd met het verzoek. De moeder wil graag dat er duidelijkheid is over het moment op donderdag dat de kinderen naar de vader gaan. Zij moet nu nog de BSO van 15:00 tot 17:00 regelen. De moeder zou graag zien dat het verzoek wordt toegewezen zoals het is verzocht, en dat de vader verantwoordelijk is voor de kinderen nadat zij donderdag uit school komen. De moeder zou verder graag zien dat de verdeling van de zomervakantie van 2023 ook al inhoudt dat de kinderen bij elke ouder drie weken verblijven.

Beoordeling

Ondertoezichtstelling:
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:255, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn.
Het is positief dat de vader en de moeder positieve stappen hebben gezet in het verbeteren van hun communicatie en dat de gecertificeerde instelling heeft gezien dat er meer rust is voor de kinderen. Uit het verhandelde ter zitting komt echter wel naar voren gekomen dat er soms nog steeds sprake is van wantrouwen tussen de vader en de moeder, en dat het lastig is om tot constructief overleg en gezamenlijke beslissingen te komen. De kinderrechter vindt daarom de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden passend, zodat er in deze periode nog een jeugdbeschermer betrokken kan blijven om de stijgende lijn in de communicatie tussen de ouders vast te houden en om de verbeterde situatie – en afspraken die dit ondersteunen – te borgen. De kinderrechter overweegt hier evenwel dat het in de eerste plaats aan de ouders is om in het belang van de kinderen te blijven communiceren, en dat zij er dus aan zullen moeten blijven werken om elkaar hierin te vinden.
Wijziging zorgregeling:
De kinderrechter oordeelt dat het in het belang van [Minderjarige01] en [Minderjarige02] noodzakelijk is dat de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt gewijzigd. De kinderrechter volgt de gecertificeerde instelling dat het in het belang van de kinderen is dat er duidelijkheid bestaat over de zorgregeling en dat deze de huidige situatie weergeeft. Nu de zorgregeling inmiddels al langere periode is uitgebreid, de communicatie tussen de ouders is verbeterd, zij binnen een afzienbare termijn weer zelfstandig – zonder toezicht van de jeugdbeschermer – beslissingen moeten nemen in het belang van de kinderen en er gewerkt wordt aan afsluiting van de ondertoezichtstelling, is er sprake van gewijzigde omstandigheden. De kinderrechter oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat de ouders weer de regie krijgen over de verdeling van de zorg en dat de ouders hierin hun verantwoordelijkheid nemen. De door de jeugdbeschermer voorgestelde zorgregeling, zoals de kinderrechter die ook zal vaststellen, houdt in dat de kinderen de ene week van donderdag uit school tot vrijdag 17:30 bij de vader zijn en dat dit de andere week van donderdag uit school tot zondag 17:00 is. Dit brengt mee dat de vader dus vanaf donderdag uit school de verantwoordelijkheid heeft voor de zorg en opvoeding van de kinderen.
De kinderrechter zal verder bepalen dat de vakanties in onderling overleg bij helfte worden verdeeld. Uitzondering hierop is de aankomende zomervakantie van 2023, die op korte termijn zal starten en waarover reeds onder regie van de gecertificeerd instelling andersluidende afspraken zijn gemaakt.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [Minderjarige01] en [Minderjarige02] van 21 juni 2023 tot 21 december 2023 onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
bepaalt – met wijziging in zoverre van de beschikking van 21 december 2021 van de kinderrechter – dat [Minderjarige01] en [Minderjarige02] bij de vader zullen verblijven:
- de ene week van donderdag uit school tot vrijdag 17:30, en de andere week van donderdag uit school tot zondagmiddag 17:00 bij de vader verblijven;
- de helft van de vakanties (met uitzondering van de zomervakantie van 2023), waarbij de verdeling door de ouders in onderling overleg wordt bepaald;
en verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2023 door mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van Leeuwen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 juni 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.