Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, die zich in een onzekere identiteitspositie bevond. De eiser, van Palestijnse nationaliteit, had op 23 mei 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op basis van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 5 juni 2023 heeft de eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. I. Mercanoglu, zijn standpunt toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de onduidelijkheid over de identiteit van de eiser aan hemzelf te wijten is, aangezien hij aliassen heeft gebruikt en heeft geweigerd om mee te werken aan het afgeven van vingerafdrukken. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris de maatregel van bewaring terecht had opgelegd, omdat deze noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit en nationaliteit van de eiser, en voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van een asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.