ECLI:NL:RBDHA:2023:9141
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning schadevergoeding en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake WGA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid), en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een WGA-uitkering ontvangen, welke per 13 mei 2021 door verweerder was beëindigd. Na bezwaar werd het primaire besluit herroepen en werd eiseres per 13 mei 2021 meer arbeidsgeschikt geacht. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarna een deskundige werd benoemd om haar te onderzoeken. De deskundige rapporteerde op 1 maart 2023, waarna verweerder op 24 mei 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar nam, waarbij eiseres recht kreeg op een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledige Arbeidsongeschikten (IVA). Eiseres trok haar beroep in, mits verweerder werd veroordeeld in de kosten van de rechtsbijstand en er werd beslist op het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden als partij aangemerkt en verweerder heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten en schade te vergoeden. De rechtbank heeft vervolgens uitspraak gedaan zonder zitting op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarbij verweerder werd veroordeeld tot betaling van € 2.301,75 aan proceskosten en een schadevergoeding van € 125,00 aan eiseres. De Staat werd veroordeeld tot betaling van € 375,00 aan schadevergoeding en € 209,25 aan proceskosten. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente over de nabetaling vergoed.