ECLI:NL:RBDHA:2023:9120
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en schadevergoeding wegens schending van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een WIA-uitkering. Eiseres, die zich in 2010 ziekmeldde met buik- en rugklachten en psychische klachten, had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar deze was in 2016 beëindigd. Eiseres meldde zich in 2017 opnieuw ziek, maar haar uitkering werd opnieuw geweigerd. In 2020 meldde zij zich opnieuw ziek, maar de verzekeringsarts concludeerde dat er geen toegenomen beperkingen waren. Eiseres was het hier niet mee eens en stelde dat haar klachten waren toegenomen, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hadden geoordeeld en dat er geen nieuwe medische informatie was die de conclusie van de verzekeringsarts kon onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar kende eiseres een schadevergoeding toe van € 500,- wegens schending van de redelijke termijn in de procedure.