ECLI:NL:RBDHA:2023:9073
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.G. Grigorjan, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Tijdens de zitting op 9 juni 2023, waar ook een tolk aanwezig was, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL23.11238).
De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De reden voor deze afwijzing was dat er inmiddels uitspraak was gedaan in de andere zaak, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.