ECLI:NL:RBDHA:2023:9072
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was verweerder in deze zaak. Eiseres had op 12 april 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Duitsland volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van haar aanvraag. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was. Tijdens de zitting op 9 juni 2023 heeft de rechtbank de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelde dat het niet in geschil was dat Duitsland verantwoordelijk was voor de asielaanvraag van eiseres, aangezien zij een visum voor Duitsland had verkregen. De Duitse autoriteiten hadden ook aangegeven bereid te zijn om de aanvraag te behandelen. Eiseres had aangevoerd dat zij in Nederland goede vrienden had en dat zij graag wilde studeren aan een Nederlandse universiteit, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet relevant waren voor de vraag of Nederland de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag moest overnemen.
Daarnaast heeft eiseres gesteld dat zij in Duitsland gedwongen werd om terug te keren naar Syrië voordat haar visum was verlopen. De rechtbank wees erop dat Duitsland gebonden is aan de Europese asielrichtlijnen en dat eiseres in Duitsland asiel had kunnen aanvragen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat de overdracht aan Duitsland zou leiden tot indirect refoulement. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat verweerder de proceskosten van eiseres niet hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 9 juni 2023.