ECLI:NL:RBDHA:2023:9007
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag van een Algerijnse man in het kader van de Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, op 22 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Algerijnse asielzoeker tegen de buiten behandelingstelling van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De Staatssecretaris had op 11 mei 2023 besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat België verantwoordelijk was voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. De eiser voerde aan dat België niet langer kon worden beschouwd als een veilige derde staat, gezien de druk op de opvangcapaciteit en de risico's die hij zou lopen bij terugkeer naar België. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris deugdelijk had gemotiveerd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing was en dat de overdracht aan België niet in strijd zou zijn met de mensenrechten. De rechtbank concludeerde dat de situatie in België voor alleenstaande mannelijke asielzoekers niet zodanig was dat dit de overdracht onaanvaardbaar maakte. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees op de mogelijkheid voor de eiser om bij problemen in België zich te wenden tot de autoriteiten.