Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 19 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure buiten behandeling gesteld.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL23.12359, op 1 juni 2023 op zitting behandeld.Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1 juni 2004 verlopen. Op 5 mei 2004 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend en deze is bij besluit van 30 maart 2010 afgewezen. Ook is toen een terugkeerbesluit uitgevaardigd. Op 28 januari 2013 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend en deze is op 6 maart 2013 afgewezen. Bij uitspraak van 2 mei 2013 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Arnhem [1] het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen. Bij besluit van 4 oktober 2013 is de aanvraag wederom afgewezen en een inreisverbod van 2 jaar opgelegd. Bij uitspraak van 16 juni 2014 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle, het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. [2] Bij uitspraak van 10 juli 2014 is deze uitspraak bevestigd door de hoogste bestuursrechter. [3] Op 6 januari 2016 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend en deze is bij besluit van 26 september 2017 afgewezen. Het beroep en hoger beroep tegen dat besluit zijn ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 februari 2018 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. [4] Bij uitspraak van 22 juni 2018 is deze uitspraak bevestigd door de hoogste bestuursrechter. [5] Op 2 februari 2023 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend en deze is bij besluit van 28 februari 2023 buiten behandeling gesteld. Hiertegen is geen rechtsmiddel ingediend.