Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van5 januari 2023 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Westland, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
€ 532.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.
11 september 2018 voor € 550.500), [adres 3] [nummer 3] te [plaats 3] (verkocht op
9 juli 2019 voor € 515.000), [adres 4] [nummer 4] te [plaats 3] (verkocht op 10 juni 2019 voor
€ 542.500) en [adres 5] [nummer 5] te [plaats 4] (verkocht op 31 mei 2018 voor € 580.000). De referentieobjecten zijn – net als de onderhavige woning – van hetzelfde bouwtype, komen uit dezelfde bouwperiode, hebben een zelfde waardering (namelijk gemiddeld) voor de voorzieningen van de woning en zijn ook in het buitengebied van gemeente Westland gelegen. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat voor het buitengebied van de diverse kernen in de gemeente Westland een zelfde grondstaffel wordt gehanteerd en voorts dat woningen uit de buitengebieden beter vergelijkbaar met elkaar dan met woningen die in de dezelfde kern zijn gelegen. Met deze verklaring acht de rechtbank de verschillende liggingen van de woningen dan ook vergelijkbaar. Met de verschillen in inhoud, oppervlakte van het perceel, onderhoud en kwaliteit is voldoende rekening gehouden. Niet is gebleken dat de prijs per kubieke meter van € 399 en de prijs per vierkante meter van het perceel van € 367 te hoog zijn vastgesteld.
mr. A.C. van Essen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
5 januari 2023.