ECLI:NL:RBDHA:2023:8937

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
NL22.8117
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag

In deze zaak heeft eiser op 6 mei 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 mei 2019 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 15 juni 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er een correcte ingebrekestelling is gedaan. Het beroep is gegrond verklaard, en de rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen over de asielaanvraag. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt. De rechtbank heeft ook proceskosten toegewezen aan eiser ter hoogte van € 418,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid voor eiser om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.8117

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.W.F. Noot),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 6 mei 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 mei 2019.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
☒ Ja
☐ Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
☒ Ja
☐ Nee
Is het beroep gegrond?☒ Ja
Heeft eiser de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?☒ Ja
Is er een bestuurlijke dwangsom verbeurd?☒ Nee
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
☒ Er is sprake van bijzondere omstandigheden, met de door verweerder genoemde termijn wordt echter de uiterste termijn overschreden van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?☒ € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
☐ Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
☒ 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
☐ 1 punt voor de nadere reactie(s)
☐ 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
☒ verklaart het beroep gegrond;
☒ draagt verweerder op binnen twee weken na de verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
☒ bepaalt dat verweerder aan belanghebbende een dwangsom van ☒ € 100 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van ☒ € 7.500;
☒ veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [2]
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [3] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [4]
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Als een beschikking niet op tijd wordt genomen, is het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd voor elke dag (vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de ingebrekestelling) dat het in gebreke is voor ten hoogste 42 dagen. Dit is de bestuurlijke dwangsom. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Deze dwangsom kan slechts eenmaal worden vastgesteld. [5]
Specifiek voor het niet tijdig beslissen op asielaanvragen:
Met de Tijdelijke wet dwangsom heeft verweerder de bestuurlijke dwangsom afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. [6]
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [7] Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [8]
De rechtbank bepaalt dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. [9] Dit is de rechterlijke dwangsom. Daarbij past de rechtbank het landelijke beleid toe. [10]
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. [11] De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Artikel 4:17 van Awb.
6.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
7.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
8.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
9.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
10.Gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
11.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.