Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,00.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 april 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij eiser, een Marokkaanse nationaliteit, in vreemdelingenbewaring was gesteld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de maatregel van bewaring, waarbij hij aanvoert dat hij niet op de hoogte was gesteld van de maatregel en dat zijn gemachtigde geen nieuwe piketmelding heeft ontvangen. De rechtbank overweegt dat de vrijheidsbeneming begint bij de ophouding en dat er geen verplichting is voor verweerder om bij een inbewaringstelling een nieuwe piketmelding te laten uitgaan. De rechtbank concludeert dat de beroepsgrond van eiser niet slaagt.
Daarnaast stelt eiser dat hij het terugkeerbesluit en de maatregel van bewaring niet heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat de enkele ontkenning van eiser onvoldoende is om te twijfelen aan de juistheid van de vermelding dat een afschrift aan hem is uitgereikt. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet verplicht is om de gemachtigde van de vreemdeling uit eigen beweging het besluit toe te sturen. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, ondanks het geconstateerde gebrek in de uitleg van de maatregel aan eiser.
De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Wel veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,00, omdat eiser een toevoeging is verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 april 2023.