Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Pakistaanse nationaliteit hebbende Ahmadi, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak op 31 mei 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat eiser niet heeft aangetoond dat het beschermingsbeleid in Frankrijk voor Ahmadi's fundamenteel verschilt van dat in Nederland. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat hij bij terugkeer naar Frankrijk een reëel risico loopt op indirect refoulement. De rechtbank stelt vast dat Frankrijk in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat eiser de bewijslast heeft om aan te tonen dat er in zijn geval van het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet kan worden uitgegaan. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft voldaan aan deze bewijslast en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de betrokken lidstaten onder de Dublinverordening en het belang van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser kan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking van de uitspraak.