Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een Algerijnse eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 6 maart 2023, waarin was bepaald dat hij aan de autoriteiten van Zwitserland zou worden overgedragen. De rechtbank heeft op 31 mei 2023 de zaak behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser geen asielaanvraag in Nederland heeft ingediend, wat volgens artikel 26 van de Dublinverordening betekent dat het overdrachtsbesluit slechts een kennisgeving is. De rechtbank oordeelt dat de eiser niet heeft aangetoond dat hij zijn asielwens daadwerkelijk heeft kenbaar gemaakt, ondanks zijn beweringen dat hij dit op verschillende momenten heeft gedaan. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de gemachtigde van de eiser geen relevante stukken heeft overgelegd die deze beweringen ondersteunen.
Daarnaast heeft de eiser verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.