In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in de verzoeken om voorlopige voorzieningen van twee verzoekers, die asiel hebben aangevraagd. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geprocedeerd, waarbij hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd zijn afgewezen en hen een inreisverbod van twee jaar is opgelegd. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen deze besluiten en verzocht om voorlopige voorzieningen.
Tijdens de procedure is gebleken dat het iMMO (Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek) een medisch onderzoek zal verrichten bij de verzoekster om te bepalen of haar lichamelijke en psychische klachten verband houden met de gestelde martelingen en inhumane behandeling in haar land van herkomst. De rechtbank heeft besloten de beroepen aan te houden in afwachting van de uitkomst van dit medisch onderzoek, aangezien deze uitkomst relevant kan zijn voor de beoordeling van de beroepen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen toegewezen, wat betekent dat de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten worden opgeschort. Dit houdt in dat de verzoekers niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op hun beroepen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, die zijn vastgesteld op € 837,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.