ECLI:NL:RBDHA:2023:8906

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
NL23.14065 & NL23.14069
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met medisch onderzoek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in de verzoeken om voorlopige voorzieningen van twee verzoekers, die asiel hebben aangevraagd. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geprocedeerd, waarbij hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd zijn afgewezen en hen een inreisverbod van twee jaar is opgelegd. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen deze besluiten en verzocht om voorlopige voorzieningen.

Tijdens de procedure is gebleken dat het iMMO (Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek) een medisch onderzoek zal verrichten bij de verzoekster om te bepalen of haar lichamelijke en psychische klachten verband houden met de gestelde martelingen en inhumane behandeling in haar land van herkomst. De rechtbank heeft besloten de beroepen aan te houden in afwachting van de uitkomst van dit medisch onderzoek, aangezien deze uitkomst relevant kan zijn voor de beoordeling van de beroepen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen toegewezen, wat betekent dat de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten worden opgeschort. Dit houdt in dat de verzoekers niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op hun beroepen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, die zijn vastgesteld op € 837,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.14065 & NL23.14069
uitspraak van de voorzieningenrechter op de verzoeken om een voorlopige voorziening in de zaken tussen

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer [v-nummer 1]

[verzoekster], verzoekster, V-nummer [v-nummer 2]
gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. A.M.V. Bandhoe),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. T. Pourjalili).

Procesverloop

Bij besluiten van 7 mei 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd [1] afgewezen. Ook heeft verweerder aan verzoekers een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld (zaken NL23.14064 & NL23.14068). Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.
Partijen zijn uitgenodigd voor een zitting op 6 juni 2023. Met instemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Op 1 juni 2023 hebben verzoekers een brief en e-mail van het iMMO [2] overgelegd, waaruit volgt dat het iMMO, na bestudering van de aanwezige juridische en medische stukken, besloten heeft om medisch onderzoek te verrichten bij verzoekster. Het doel van het medisch onderzoek is het vaststellen of de littekens, lichamelijke en psychische klachten van verzoekster passen bij de gestelde martelingen en/of andere inhumane behandeling in het land van herkomst. Tevens zal worden onderzocht of er sprake is van psychische problematiek die van invloed kan zijn om compleet, coherent en consistent te kunnen verklaren.
2. Nu de uitkomst van het medisch onderzoek relevant kan zijn voor de behandeling van de beroepen van verzoekers, heeft de rechtbank besloten de beroepen in afwachting van de uitkomst van dit onderzoek aan te houden.
3. De voorzieningenrechter overweegt dat de ingestelde beroepen de werking van de bestreden besluiten niet opschort. [3] Tevens overweegt de voorzieningenrechter dat verweerder niet zelf de bevoegdheid heeft de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten – met daarin de aanzegging aan verzoekers Nederland te verlaten – op te schorten. Verweerder heeft op 5 juni 2023 telefonisch aan de griffier medegedeeld zich niet te verzetten tegen de aanhouding van de beroepen en het toewijzen van de verzoeken om een voorlopige voorziening.
4. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening toe in die zin dat de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten worden opgeschort en dat verzoekers niet mogen worden uitgezet totdat is beslist op de beroepen tegen de bestreden besluiten.
5. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. De voorzieningenrechter beschouwt de zaken als samenhangend en stelt de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1). [4] Omdat aan verzoekers een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
-
treft de voorlopige voorziening dat de bestreden besluiten worden geschorst en dat verzoekers niet mogen worden uitgezet totdat is beslist op de beroepen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J.C. de Grauw, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Het instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek.
3.Ingevolge artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 82, eerste lid en tweede lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000.
4.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.