In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar. De eiser had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), specifiek voor een vervoersvoorziening in de vorm van een snorfiets. Het college heeft deze aanvraag afgewezen in een besluit van 1 maart 2021, dat later in een bestreden besluit van 10 juni 2021 werd gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 21 maart 2023. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde en een Wmo-consulent.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college een medisch advies nodig achtte om de huidige beperkingen van eiser te beoordelen en om te bepalen welke oplossingen voor vervoer passend zijn. Eiser betwistte de noodzaak van een nieuw medisch advies en stelde dat het college over voldoende informatie beschikte vanuit eerdere aanvragen. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het college voldoende kennis moet vergaren over de relevante feiten en omstandigheden en dat het college de cliënt moet betrekken bij het onderzoek. De rechtbank oordeelde dat het college terecht een nieuw medisch advies heeft gevraagd, gezien de tijd die verstreken is sinds de vorige aanvraag en de mogelijke wijzigingen in de gezondheidstoestand van eiser.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.