Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling op basis van het Dublin-systeem. Eiser had eerder in Duitsland een asielaanvraag ingediend en voerde aan dat hij daar onder onmenselijke omstandigheden had geleefd, zonder medische hulp en opvang. Hij vreesde dat hij zonder inhoudelijke behandeling van zijn aanvraag zou worden teruggestuurd naar Marokko en dat zijn gezondheid zou verslechteren bij overdracht aan Duitsland.
De rechtbank heeft de zaak op 8 juni 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er structurele tekortkomingen waren in de asielprocedure in Duitsland die het interstatelijk vertrouwensbeginsel zouden ondermijnen. Eiser had geen bewijs geleverd van zijn beweringen over slechte leefomstandigheden en had niet aangetoond dat hij geen adequate bescherming zou krijgen van de Duitse autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat Duitsland in beginsel verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag en dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag terecht niet in behandeling had genomen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.