In deze civiele zaak heeft de rechtbank Den Haag op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen SARL Diamant Jarl, eiseres, en de Staat der Nederlanden, gedaagde, vertegenwoordigd door Rijkswaterstaat. De zaak betreft de onrechtmatige handelingen van Rijkswaterstaat met betrekking tot het schip Diamond Princess, dat in eigendom was van Diamant. De rechtbank heeft vastgesteld dat er twijfel bestaat over de vraag of Rijkswaterstaat in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft gehandeld, met name over de bekendmaking van de beschikking aan Diamant en de toepassing van artikel 5:29 lid 3 Awb. Ondanks deze twijfels heeft de rechtbank de vorderingen van Diamant afgewezen, omdat zij onvoldoende heeft aangetoond dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. De rechtbank concludeert dat de economische waarde van het schip nihil is, en dat er geen zelfstandig belang is bij de gevraagde verklaring voor recht. Diamant is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.872,00, te vermeerderen met nakosten.