Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 mei 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. B.A. Palm, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 22 mei 2023 was eiser aanwezig, met tolk Z. Hamidi, en werd verweerder vertegenwoordigd door mr. M. Lorier.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de bewaring, zoals vermeld door verweerder, niet zijn betwist door eiser. De rechtbank oordeelt dat de zware gronden onder 3a en 3b feitelijk juist en voldoende gemotiveerd zijn. Eiser heeft zich illegaal in Nederland bevonden en heeft zich meerdere keren aan het toezicht onttrokken. Eiser voerde aan dat verweerder had moeten volstaan met een lichter middel, maar de rechtbank oordeelt dat het risico op onttrekking aan het toezicht niet kan worden genegeerd. De rechtbank heeft ook ambtshalve getoetst en concludeert dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 23 mei 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.