In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen EmCaW B.V. (hierna: ECW) en Tandheelkundig Centrum Koraalzwam B.V. (hierna: TCK). ECW vorderde een betaling van € 3.908,88 van TCK, vermeerderd met wettelijke rente en dwangsommen, als gevolg van een huurachterstand die was ontstaan door een huurprijsverhoging van 14,5% per 1 januari 2023. TCK betwistte de vorderingen van ECW en voerde aan dat de huurprijsverhoging onredelijk was, gezien de explosieve stijging van de energiekosten door de oorlog in Oekraïne, en dat ECW niet ontvankelijk was in haar vorderingen omdat zij niet namens de gemeenschap van eigenaars procedeerde.
De kantonrechter overwoog dat ECW wel degelijk bevoegd was om te procederen namens de gemeenschap, ondanks dat zij op eigen naam vorderde. De rechter oordeelde dat de vorderingen van ECW niet toewijsbaar waren, omdat de huurprijsverhoging op basis van de indexeringsclausule niet in redelijkheid kon worden gehandhaafd, gezien de gewijzigde omstandigheden en de onjuiste berekeningsmethode van het CBS. De kantonrechter wees de vorderingen van ECW af en veroordeelde haar in de proceskosten van TCK, vastgesteld op € 793,=. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.