ECLI:NL:RBDHA:2023:8766
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opeisen van een dwangsom na niet tijdig beslissen op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en Wet bescherming persoonsgegevens
In deze zaak heeft eiseres, zonder vaste woon- of verblijfplaats, burgemeester en wethouders van Westland verzocht om documenten en besluiten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Eiseres heeft op 2 augustus 2016 deze verzoeken ingediend, maar verweerder heeft op 16 augustus 2016 slechts gedeeltelijk gereageerd. Eiseres heeft verweerder op 14 november 2016 in gebreke gesteld vanwege het uitblijven van een beslissing op haar Wbp-verzoek. Op 18 december 2018 heeft eiseres een maximale dwangsom geëist wegens het uitblijven van een beslissing. Verweerder heeft op 3 januari 2019 een bestreden besluit genomen, waartegen eiseres bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft het verzoek van partijen om het bezwaar van eiseres in een rechtstreeks beroep te beoordelen, geaccepteerd. De procedure heeft enige tijd stilgelegen, maar op 13 juni 2023 heeft de rechtbank de zaak behandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder geen bewijs heeft geleverd van de verzending van het besluit van 16 augustus 2016. Dit besluit is nooit aan eiseres bekendgemaakt, waardoor de ingebrekestelling van 14 november 2016 niet onredelijk laat is ingediend. De rechtbank oordeelt dat verweerder de maximale dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op het Wbp-verzoek heeft verbeurd. Eiseres heeft het recht om de dwangsom op te eisen, en de rechtbank stelt vast dat dit binnen vijf jaar kan gebeuren. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat verweerder de dwangsom van €1260,- moet betalen, evenals het griffierecht van €174,- en een vergoeding van proceskosten van €1674,- aan eiseres.
De uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers en is openbaar uitgesproken op 22 juni 2023. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.