ECLI:NL:RBDHA:2023:8656

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
NL23.16921
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot overdracht aan Spanje

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die onder een V-nummer valt, heeft een beroep ingesteld tegen de opschorting van haar overdracht aan Spanje, zoals gemeld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De opschorting was gebaseerd op artikel 27, derde lid, van de Dublinverordening. Verzoekster heeft op 6 juni 2023 een kennisgeving ontvangen dat zij op 12 juni 2023 met een vlucht naar Barcelona zou uitreizen. Om te voorkomen dat zij aan Spanje zou worden overgedragen voordat haar beroep was behandeld, heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft, gezien de onverwijlde spoed, zonder zitting uitspraak gedaan. Hij heeft overwogen dat de belangen van verzoekster zwaarder wegen dan die van verweerder, die zich niet verzet tegen de toewijzing van het verzoek. De voorzieningenrechter heeft de voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat verzoekster niet mag worden uitgezet tot vier weken na de beslissing op haar beroep. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 837,- voor de door een derde verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 juni 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.16921
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. L.M. Straver),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. Y. van Deel-ten Cate).

Procesverloop

In de brief van 26 september 2022 heeft verweerder de Spaanse autoriteiten geïnformeerd dat de overdracht van verzoekster aan Spanje is opgeschort op grond van artikel 27, derde lid, van de Dublinverordening.
Verzoekster heeft tegen de opschorting beroep ingesteld, welk beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.8536. Dit beroep zal op de zitting van 27 juni 2023 door deze rechtbank worden behandeld.
Op 6 juni 2023 heeft verzoekster de kennisgeving gekregen dat zij op 12 juni 2023 om
14.15
uur met vluchtnummer [vluchtnummer] zal uitreizen naar Barcelona, Spanje.
Op 9 juni 2023 heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat zij aan Spanje wordt overgedragen voordat op haar beroep is beslist, danwel voordat haar beroep ter zitting is behandeld.
Verweerder heeft gereageerd op het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet vanwege onverwijlde spoed uitspraak zonder zitting.1
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een bodemgeding niet.
1. Op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Wanneer tegen een besluit beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen als verzoekster daarom vraagt. Dit kan alleen als er sprake is van onmiddellijke spoed. Dit betekent dat de beslissing op het beroep absoluut niet kan worden afgewacht. Om dit te beoordelen moet de voorzieningenrechter de belangen van verzoekster afwegen tegen de belangen van verweerder.
4. Verweerder heeft telefonisch en in de brief van 9 juni 2023 (geüpload in het beroepsdossier) laten weten dat hij zich niet verzet tegen toewijzing van de gevraagde voorlopige voorziening.
5. Nu partijen het er over eens zijn dat verzoekster voorlopig niet moet worden overgedragen aan Spanje, wijst de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening toe en verbiedt uitzetting tot vier weken nadat op het beroep is beslist.
6. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
  • verbiedt verweerder verzoekster uit Nederland te verwijderen tot vier weken nadat op het beroep is beslist;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
09 juni 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.