ECLI:NL:RBDHA:2023:8644
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging datum van eerste toelating van een voertuig en de gevolgen voor de belastingheffing
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de directie van de RDW over de wijziging van de datum van eerste toelating (DET) van een voertuig. Eiseres, die een voertuig met kenteken [kentekennummer] had aangeschaft, was het niet eens met de wijziging van de DET van 25 juni 1982 naar 25 juni 1986 door de RDW. Eiseres had het voertuig gekocht met de verwachting dat het bouwjaar 1982 was, wat haar financiële voordelen zou opleveren in verband met belastingheffing. De RDW had echter vastgesteld dat het voertuig voor het eerst in Nederland was geregistreerd op 25 juni 1986, en dat de eerdere registratie van 1982 een fout was die nu was hersteld.
De rechtbank heeft de processtukken en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. Eiseres stelde dat zij erop mocht vertrouwen dat de DET correct was en dat de RDW haar had moeten informeren over de onjuistheid. De rechtbank oordeelde echter dat de RDW op grond van artikel 43d van de Wegenverkeerswet 1994 verplicht was om de DET te corrigeren. Eiseres had bovendien de mogelijkheid om de verkoper van het voertuig aan te spreken wegens wanprestatie, aangezien zij niet had kunnen aantonen dat de RDW onterecht had gehandeld.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de wijziging van de DET door de RDW in stand blijft. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De rechtbank benadrukte dat er geen aanleiding was om de RDW te veroordelen tot schadevergoeding, hoewel de RDW uit coulance een tegemoetkoming zou kunnen bieden.