ECLI:NL:RBDHA:2023:8644

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
22/4560
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging datum van eerste toelating van een voertuig en de gevolgen voor de belastingheffing

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de directie van de RDW over de wijziging van de datum van eerste toelating (DET) van een voertuig. Eiseres, die een voertuig met kenteken [kentekennummer] had aangeschaft, was het niet eens met de wijziging van de DET van 25 juni 1982 naar 25 juni 1986 door de RDW. Eiseres had het voertuig gekocht met de verwachting dat het bouwjaar 1982 was, wat haar financiële voordelen zou opleveren in verband met belastingheffing. De RDW had echter vastgesteld dat het voertuig voor het eerst in Nederland was geregistreerd op 25 juni 1986, en dat de eerdere registratie van 1982 een fout was die nu was hersteld.

De rechtbank heeft de processtukken en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. Eiseres stelde dat zij erop mocht vertrouwen dat de DET correct was en dat de RDW haar had moeten informeren over de onjuistheid. De rechtbank oordeelde echter dat de RDW op grond van artikel 43d van de Wegenverkeerswet 1994 verplicht was om de DET te corrigeren. Eiseres had bovendien de mogelijkheid om de verkoper van het voertuig aan te spreken wegens wanprestatie, aangezien zij niet had kunnen aantonen dat de RDW onterecht had gehandeld.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de wijziging van de DET door de RDW in stand blijft. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De rechtbank benadrukte dat er geen aanleiding was om de RDW te veroordelen tot schadevergoeding, hoewel de RDW uit coulance een tegemoetkoming zou kunnen bieden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/4560

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

en

de directie van de RDW, verweerder

(gemachtigde: mr. B.J. Nauta).

Procesverloop

Bij besluit van 8 april 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de datum van eerste toelating (DET) van het voertuig van eiseres gewijzigd.
Bij besluit van 3 juni 2022 (het besluit op bezwaar) heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het besluit op bezwaar beroep ingesteld.
Bij besluit van 24 november 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het besluit op bezwaar ingetrokken en opnieuw op het bezwaar beslist. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. [1]
Partijen hebben nadere stukken ingediend.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 10 mei 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres was aanwezig, samen met haar vader. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres heeft in 2022 een voertuig met kenteken [kentekennummer] gekocht. Het voertuig is op 3 maart 2022 overgeschreven op haar naam. Eiseres heeft deze auto gekocht, omdat deze met een DET van 25 juni 1982 in het kentekenregister stond geregistreerd. Vanaf juni 2022 zou voor de auto geen wegenbelasting meer worden geheven. Verweerder heeft na onderzoek de DET in het register echter aangepast naar 25 juni 1986. Eiseres is het hier niet mee eens.
Wat zijn de regels?
2. In artikel 43d, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wvw) is bepaald dat de Dienst Wegverkeer een door deze dienst onjuist of ten onrechte in het kentekenregister opgenomen gegeven wijzigt of verwijdert.
Wat vindt eiseres?
3. Eiseres stelt dat zij er vanuit mocht gaan dat zij een voertuig met bouwjaar 1982 heeft gekocht. Zij heeft deze auto bewust gekocht in verband met de financiële voordelen als gevolg van het bouwjaar. Zij heeft verweerder verzocht om de DET weer op 1982 te zetten.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Verweerder heeft vastgesteld dat het voertuig voor het eerst in Nederland is geregistreerd op 25 juni 1986 met dezelfde datum als DET. Uit de typegoedkeuring behorend bij het voertuig blijkt ook dat de typegoedkeuring gaat over de modeljaren vanaf 1985. Het type voertuig werd dus nog niet geproduceerd in 1982. Het voertuig is geëxporteerd en in 2013 vanuit Frankrijk opnieuw naar Nederland geïmporteerd. Uit de Franse kentekenpapieren blijkt eveneens een DET van 25 juni 1986. Bij de import is de DET per abuis niet goed geregistreerd, waardoor sindsdien een DET van 25 juni 1982 stond geregistreerd. Deze fout heeft verweerder nu hersteld.
5. Eiseres heeft de DET van 25 juni 1982 niet betwist. Op grond van artikel 43d, eerste lid, van de Wvw was verweerder gehouden de DET in het kentekenregister aan te passen. Verweerder heeft er terecht op gewezen hierin geen keuzevrijheid te hebben en kan de DET daarom niet opnieuw aanpassen naar 25 juni 1986. Eiseres had bovendien aan de hand van het kenteken eenvoudig kunnen vaststellen dat het kenteken in 1986 en niet in 1982 is uitgegeven. Eiseres kan mogelijk de verkoper aanspreken wegens wanprestatie.
6. Het betoog van eiseres dat vanaf 2013 bij de APK-keuringen niet is gebleken dat een DET van 25 juni 1982 onverenigbaar is met het feit dat het voertuigtype voor het eerst in 1985 is geproduceerd, leidt niet tot een ander oordeel. Niet is gebleken dat een keurmeester naar aanleiding van een APK verweerder heeft bevraagd.
7. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
8. Nu het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding verweerder te veroordelen tot vergoeding van door eiseres geleden schade. Dit laat onverlet dat verweerder eiseres uit coulance een tegemoetkoming kan geven.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Nobel, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het beroep van eiseres mede betrekking op het besluit van 24 november 2022.