Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de man01] ,
de Raad voor de Kinderbescherming, Haaglanden,
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] ,
[minderjarige02], geboren op [geboortedatum02] 2013 te [geboorteplaats01] ,
[de vrouw01] ,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
de vaderaan als belanghebbende ten aanzien van het verzoek van de Raad.
Het procesverloop
- het verzoek van de vader met bijlagen van 25 april 2023, ingekomen bij de griffie op 28 april 2023;
- de toetsing van de Raad op het voorgenomen besluit tot beëindiging van de ondertoezichtstelling van 26 april 2023, ingediend door de gecertificeerde instelling en ingekomen bij de griffie op 1 mei 2023;
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 3 mei 2023, ingekomen bij de griffie op 3 mei 2023.
- de vader;
- de moeder;
- [naam01] namens de Raad;
- [naam02] namens de gecertificeerde instelling.
De feiten
- De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] en [minderjarige02] .
- [minderjarige01] en [minderjarige02] wonen bij hun moeder.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 6 mei 2022 de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] verlengd tot 12 mei 2023. Bij die beschikking is een verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling afgewezen.
- De gecertificeerde instelling heeft de vader op 11 april 2023 een schriftelijke aanwijzing gegeven, ertoe strekkende dat de vader het voorstel van de moeder voor de verdeling van de meivakantie moet volgen en dat de vader bij het niet nakomen van die afspraken een financiële vergoeding dient te betalen aan de moeder van 2000 euro.
De verzoeken
Het standpunt van de belanghebbenden
De beoordeling
Ten aanzien van de schriftelijke aanwijzing
Verlenging ondertoezichtstelling
De beslissing
- de Raad;
- de gecertificeerde instelling;
- de vader;
- de moeder.