ECLI:NL:RBDHA:2023:8603
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf op basis van inkomensgegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor eiseres, die als familie- of gezinslid bij een referent in Nederland wilde verblijven. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag afgewezen op basis van de overgelegde inkomensgegevens van de referent. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bezwaar is ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 15 mei 2023 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet in staat is het griffierecht te betalen en heeft om vrijstelling gevraagd, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inkomensgegevens van de referent niet betrouwbaar zijn en dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat aan deze gegevens geen waarde kan worden gehecht. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de verschillende arbeidsovereenkomsten van de referent en de inconsistenties in de overgelegde salarisstroken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat niet is aangetoond dat aan het middelenvereiste wordt voldaan, wat betekent dat de aanvraag om de mvv terecht is afgewezen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 26 mei 2023.