Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond; en
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan een Guyaanse eiser was opgelegd. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 24 mei 2023 was genomen. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Breda, was eiser aanwezig via een beeldverbinding, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Eiser voerde aan dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring onterecht waren, maar de rechtbank oordeelde dat deze gronden feitelijk juist waren en dat het risico op onttrekking daarmee was gegeven. Eiser kon onvoldoende onderbouwen dat hij rechtmatig verblijf in Nederland had of kon verkrijgen, en de rechtbank oordeelde dat een lichter middel niet doeltreffend zou zijn gezien de eerdere meldplicht die eiser niet had nageleefd.
De rechtbank concludeerde dat er voldoende zicht op uitzetting was, ondanks de problemen met het verkrijgen van vervangende documenten. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd aangegeven dat tegen deze uitspraak hoger beroep kon worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.