Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond; en
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Agayev, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op 23 mei 2023 de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft het beroep behandeld in een zitting in Breda, waarbij de eiser via een beeldverbinding aanwezig was, samen met een tolk en zijn gemachtigde. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G. Cambier.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat er een risico bestaat dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, wat voldoende gemotiveerd is door de staatssecretaris. De rechtbank oordeelt dat de zware gronden die zijn aangevoerd, voldoende zijn om de maatregel van bewaring te rechtvaardigen. De eiser heeft betoogd dat er geen zicht op uitzetting binnen redelijke termijn is, maar de rechtbank stelt vast dat dit geen vereiste is voor het opleggen van de maatregel van bewaring in het kader van een lopende asielaanvraag.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.