ECLI:NL:RBDHA:2023:857
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toevoeging voor rechtsbijstand op basis van specialisatievereiste arbeidsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een toevoeging voor rechtsbijstand door de Raad voor Rechtsbijstand. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had op 31 augustus 2021 een toevoeging aangevraagd voor een arbeidsgeschil in hoger beroep. De aanvraag werd afgewezen omdat de gemachtigde niet was ingeschreven met de specialisatie arbeidsrecht bij de Raad voor Rechtsbijstand. Eiser was het niet eens met deze afwijzing en stelde dat de eisen voor specialisatie in strijd waren met zijn recht om een advocaat naar keuze te kiezen, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat de gemachtigde niet voldeed aan de inschrijvingsvoorwaarden voor het arbeidsrecht. De rechtbank benadrukte dat het recht op verdediging effectief moet zijn, maar dat dit niet betekent dat eiser recht heeft op een advocaat die niet voldoet aan de gestelde eisen. De rechtbank concludeerde dat de regels omtrent specialisatie in het arbeidsrecht niet in strijd zijn met het EVRM en dat de Raad voor Rechtsbijstand terecht de aanvraag had afgewezen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in beroep te gaan.