ECLI:NL:RBDHA:2023:8523
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het verzoek van verzoekers om vergoeding van hun proceskosten. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. S.J. Koolen, hebben in beroep gegaan tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig had beslist op hun aanvraag. Na een beslissing van de Staatssecretaris op 1 augustus 2022, hebben verzoekers hun beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft besloten dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat, gezien de omstandigheden, verzoekers recht hebben op vergoeding van hun proceskosten, omdat de Staatssecretaris pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De rechtbank kent een vergoeding toe van € 418,50 voor de proceskosten, rekening houdend met een wegingsfactor van 0,5, en een vergoeding van het griffierecht van € 184,-. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 11 mei 2023.