ECLI:NL:RBDHA:2023:8501
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
Op 12 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, van Somalische nationaliteit, had op 3 mei 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Tegelijkertijd verzocht hij de voorzieningenrechter om te bepalen dat zijn uitzetting achterwege zou blijven totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen. Het verzoek werd ingediend onder zaaknummer NL23.13438.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed vereist is, gelet op de betrokken belangen. Echter, aangezien het connexe beroep met zaaknummer NL23.13437 op dezelfde dag ongegrond is verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.