ECLI:NL:RBDHA:2023:8498
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod voor Noord-Macedonische vreemdeling na gebruik van vals identiteitsdocument
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een Noord-Macedonische eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar, opgelegd door de staatssecretaris op 2 maart 2023. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De eiser was in Nederland aangetroffen met een vals Bulgaars identiteitsbewijs en had geprobeerd een BSN-nummer te verkrijgen. De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat de eiser Nederland onmiddellijk moest verlaten, omdat hij een bedreiging voor de openbare orde vormde. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin werd benadrukt dat de nationale autoriteiten rekening moeten houden met het evenredigheidsbeginsel bij het opleggen van een terugkeerbesluit. De rechtbank oordeelde dat de motivering van de staatssecretaris voldoende was en dat de opgelegde sancties rechtmatig waren. De eiser had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die een kortere duur van het inreisverbod rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.