ECLI:NL:RBDHA:2023:847

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
NL22.24151
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de verweerder in deze zaak, bij besluit van 25 november 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL22.24150) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de voorlopige voorziening niet meer nodig. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.24151

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. B.D. Lit),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 25 november 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.24150, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.