ECLI:NL:RBDHA:2023:8459
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid België
Op 12 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.13635, NL23.13637 en NL23.13639, waarin verzoekers, allen van Moldavische nationaliteit, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 4 mei 2023 niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van deze aanvragen. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 5 juni 2023, waar de verzoeken zijn behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op dezelfde datum in de zaken NL23.13634, NL23.13636 en NL23.13638, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.